Wij gaan ervan uit dat lichaam en geest elkaar op een complexe en verregaande manier wederzijds beïnvloeden: gedachtenpatronen, emoties, wat we – al dan niet beseft – in het lichaam ervaren, spiertonus en -ontspanning, beïnvloeden mekaar voortdurend, en fungeren samen als één systeem dat in belangrijke mate onze verhouding met de onszelf, de anderen, en de wereld, vormt.
Chronische fysieke patronen bijvoorbeeld onderhouden bepaalde, soms hinderlijke of zelfs blokkerende, overtuigingen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een cliënt wiens lichaamshouding – vooral opgetrokken schouders en ingevallen borstkas vallen sterk op – als het ware laat zien hoe hij geleerd heeft de ‘gevaarlijke buitenwereld en de gevaarlijke anderen’ te vermijden. Concreet komt deze man nauwelijks zijn huis uit. Deze genoemde overtuiging onderhoudt zijn ‘gewoon geworden’ fysieke houding, én omgekeerd onderhoudt deze houding de betreffende overtuiging dat de wereld gevaarlijk is. Het vrijmaken van de schoudergordel bijvoorbeeld kan het zich meer openen, en het zich frontaler durven oprichten t.o.v. anderen, ondersteunen en mee mogelijk maken.
Bewustwording van lichaamshouding en -gewaarwording – warmte, jeuk, honger, ademhaling, activiteit van buikorganen, blozen, zweten, musculaire tonus, van bewegingen, gevoelens en emoties…, geeft iemand tevens meer voeling met de werkelijkheid, en met de eigen heel persoonlijke ervaring van ‘in de wereld staan’.
(naar PhD Joeri Calsius)